Wanneer gebruik je te goed en wanneer tegoed?

Het aaneenschrijven van woorden is een lastig iets in de Nederlandse taal. Soms heeft de reden van het aaneenschrijven te maken met een samenstelling, maar soms zit de reden in de betekenis die het woord krijgt. Zo ook bij ‘te goed’ en ‘tegoed’. De grote vraag: wanneer gebruik je welke vorm?

Eigenlijk is het heel simpel. Houd de juiste betekenis in je achterhoofd en je kunt het nooit meer verkeerd doen.

Te goed
‘Te goed’ krijgt een spatie wanneer het ‘te vorderen’ betekent. Dus je hebt nog iets van iemand te goed. Of het nu gaat om geld, een vakantie of een etentje, ‘te goed’ wordt los geschreven. Let wel op: dit is de spelling volgens het Van Dale en het Witte Boekje. Als je het Groene Boekje volgt, schrijf je ‘tegoed’ in deze context aan elkaar.

Wanneer je wilt zeggen dat iemand ‘te goed gepresteerd heeft’, gebruik je de vorm met een spatie.

Tegoed
‘Tegoed’ aan elkaar kun je alleen gebruiken als zelfstandig naamwoord. Dus je kunt bijvoorbeeld spreken van een ‘tegoed van € 100,00 op de bank’.