Werkwoorden: wanneer schrijf je wordt en wanneer schrijf je word?
Wanneer schrijf je ‘word’ en wanneer schrijf je ‘wordt’? Dat is iets dat veel mensen zich afvragen. Het blijkt dan ook een van de moeilijkste werkwoorden in het Nederlands te zijn; een woord dat in veel teksten verkeerd geschreven wordt. Daarom nu de regels op een rij, dan hoef jij het in ieder geval niet meer fout te doen.
In het kort
‘Word’ gebruik je in de gebiedende wijs en wanneer je de ik-vorm gebruikt.
‘Wordt’ gebruik je bij de hij/zij/het-vorm.
Word
‘Word’ is de stam (ik-vorm) van het werkwoord ‘worden’. Dat betekent dat ‘word’ enkel gebruikt kan worden wanneer het onderwerp ‘ik’ is of wanneer er gebiedende wijs plaats vindt. Gebiedende wijs gebruik je wanneer je een opdracht geeft en in de zin geen onderwerp hebt. Bijvoorbeeld: ga weg, zoek een baan en doe dat.
- Word groot!
- Ik word vandaag 27 jaar oud.
- Word vrolijk!
- Word ik morgen opgehaald?
Wordt
‘Wordt’ is de hij/zij/het-vorm van het werkwoord ‘worden’. Dat betekent dat ‘wordt’ wordt gebruikt wanneer het onderwerp iets anders is dan de ik-vorm. Dit kunnen zelfstandig naamwoorden of namen zijn.
- Hans wordt door Froukje ingehaald.
- Hij wordt groot.
- De garage wordt gebruikt om de auto in te zetten.
- De loopjongen wordt uitgelachen.
Ezelsbrug
Twijfel je? Pak dan een ander werkwoord en luister of deze vorm eindigt op een -t. Is dit het geval? Dat schrijf je ‘wordt’. Is dat niet het geval? Dan gebruik je ‘word’.

27 reacties op Werkwoorden: wanneer schrijf je wordt en wanneer schrijf je word?

Geef een reactie
